Mastering voor tape

Een goede mastering van je muziek kan een enorm verschil maken voor het eindresultaat. Of je nu bezig bent met een vinylrelease, een online release of een cassette productie, de basisregel is om het meeste uit de opnames te halen waar je jouw bloed, zweet en tranen in hebt gestoken om ze te maken.

Mastering voor tape is niet zo heel moeilijk. Tape is een eenvoudig medium dat prima geschikt is voor elke soort opname. In de meeste gevallen kunnen we prima overweg met een bestaande master voor CD of vinyl. Omdat we de cassettes in real-time dupliceren, worden alle levels handmatig gecontroleerd en gecorrigeerd. Ook hoeft er geen rekening gehouden te worden met equalizing. Dit garandeert de beste opnamekwaliteit met een minimaal risico op vervorming of achtergrondruis.

Mastering specificaties:

  • Bestandsindeling: WAV, AIFF, FLAC (lossless). Geen MP3!
  • Bitsnelheid: 16 bits. 24 en 32 bits is overkill.
  • Sample rate: 44,1kHz. Hoger is niet nodig.
  • Running order: Lever één bestand aan voor kant A van de cassette en één bestand voor kant B van de cassette, of lever afzonderlijke audiotracks aan. Laat ons in dat geval duidelijk weten welke tracks aan welke kant van de cassette moeten worden opgenomen.
  • Vermijd hoge levels van (sub)lage frequenties. Deze lage frequenties kunnen ervoor zorgen dat de tape in verzadiging gaat, wat leidt tot vervorming in de weergave. Als we dit probleem constateren, zullen we het opnameniveau moeten verlagen of de hoeveelheid lage frequenties in de opname moeten verminderen.

Let op de speelduur van elke kant.

In tegenstelling tot vinyl waarbij elke kant een eigen speelduur heeft, is bij een cassette de speelduur van beide kanten identiek. De speelduur van een cassette wordt bepaald door de lengte van de langste kant.

Voorbeeld: als je cassette op kant A vier tracks heeft met een totale speelduur van 16:40 en op kant B een live sessie van 28:12 dan heb je op kant A ongeveer 12 minuten “stilte” als de vier studiotracks zijn afgelopen.

Bij het aanleveren van audiotracks voor een cassette zal de speeltijd van kant A en B waarschijnlijk niet identiek zijn; Er is altijd één kant die langer is. Maak je geen zorgen als dat een paar seconden zijn; dat is vrijwel onvermijdelijk. Als het verschil groter is, wordt het esthetisch correct geacht om ervoor te zorgen dat kant A de langste speeltijd heeft. Als dit niet het geval is, zal de luisteraar de tape moeten doorspoelen nadat hij de nummers aan kant A heeft beluisterd voordat hij naar het begin van kant B kan luisteren, wat lastig is.

Chroom of ferro tape?

Laten we het eens hebben over het verschil tussen chroom of ferro tape; een terugkerende vraag die enige toelichting vraagt. Op dit moment wordt er geen nieuwe chroomtape meer in de wereld geproduceerd en daarom wordt er door duplicatiebedrijven uitsluitend op ferrotape gedupliceerd. In het verleden werd ons altijd geleerd: gebruik chroomtape, dat is de best mogelijke kwaliteit. Hoewel dit in de kern nog steeds een correcte aanname is, behoeft deze benadering wel wat nuancering.

Chroomtape werd geïntroduceerd in de jaren ‘70 toen de opnamekwaliteit van de eerste ferrotape onvoldoende was voor veeleisende Hi-Fi opnames. Die eerste generatie ferrocassettes had twee problemen; veel achtergrondruis en matige weergave van hogere frequenties. De introductie van chroomtape loste deze problemen op waardoor de geluidskwaliteit van cassetteopnamen met sprongen vooruit ging. In plaats van ijzeroxide deeltjes (FeO2; in principe roestpoeder) werd gebruik gemaakt van Cr2O3 of chroomdioxide als magnetisch materiaal. Chroomtape, in combinatie met een hogere bias en aangepaste equalizer instelling resulteert in een uitstekende opnamekwaliteit met zeer gunstige hoogweergave en weinig tot geen achtergrondruis.

Maar de ontwikkeling stond niet stil en de kwaliteit van ferro tape formules werd steeds beter. Tegenwoordig kunnen we dezelfde uitstekende opnames maken op ferrotape als we kunnen op chroomtape. Fabrikanten zoals Recording the Masters hebben ferrotape formules van ongekende kwaliteit ontwikkeld. Door hogere verzadigingsniveaus (MOL = Maximum Output Level) werd het onder andere mogelijk gemaakt om de signaal-ruisverhouding te verbeteren en het ruisniveau nog verder terug te dringen.

Er is ook een ander aspect om rekening mee te houden bij het maken van opnames op cassettes. Sinds de jaren ‘70 is er veel veranderd in de manier waarop we muziek opnemen en masteren. Vroeger waren dynamische opnames zeer gebruikelijk; de verschillen tussen zachte en luide passages waren veel groter dan tegenwoordig. Moderne muziek wordt dusdanig gecomprimeerd om zo weinig mogelijk dynamiek te bevatten en zo luid mogelijk te klinken. Dit is een trend die in alle muziekgenres gaande is. En waar geen stilte is, kan er ook geen hoorbare ruis zijn!

Dit betekent eigenlijk dat veel moderne muziek niet eens zou kunnen profiteren van de “low noise” voordelen van chroomtape, omdat eventuele aanwezige ruis toch al volledig gemaskeerd wordt door de gecomprimeerde en constante stroom van audio. Daarom is het in de meeste gevallen ook geen enkel probleem om opnames te dupliceren op ferrotape, ook al heeft die ferrotape iets meer achtergrondruis dan chroomtape. Een bijkomend voordeel is dat ferrotape, vanwege de eigenschappen van de opname equalizer, minder snel vervorming geeft bij hogere frequenties. Dit is iets dat bij chroomtape veel eerder optreedt.